Silhouetten





Tino moest een stuk natuur op Tiengemeten inventariseren op weidevogels. Hij had mij meegevraagd. Leuk, maar wel zwaar, want het gebied ligt 2.5 km verwijderd van de aanlegplaats van de veerboot. Maar omdat ik met de vouwfiets over het pad kon waarover Tino wandelde en ik die vouwfiets als pakezel voor mijn kijkspullen kon gebruiken, was het wel haalbaar. Na wikken en wegen besloot ik om toch mee te gaan. Het werd geen teleurstelling…

Daar zaten wij dan, op onze stoeltjes aan de dijk, loerend door de telescopen. Achter ons het Haringvliet, met aan de overkant de Ventjagersplaten. In kleine bootjes dobberden snoekbaarsvissers tussen eenden en futen. Het was moeilijk om niet steeds die kant uit te kijken, want het te onderzoeken perceel herbergde niet veel weidevogels. 300 ganzen, wat eendensoorten, twee kieviten en vier reeën, nauwelijks meer dan dat. 

Drie van de diverse reeën die wij zagen

Toen ik toch weer even achterom keek, bleken er 4 middelste zaagbekken te zwemmen, waarvan de mannetjes de koppen rekten en strekten: baltsgedrag om de vrouwen te imponeren. 

De mannetjes van deze middelste zaagbekken strekken de nekken

Mijn oog viel daarna op twee kleine eenden die met grote vaart aanvlogen en in de sloot landden, evenwijdig aan onze kijkrichting. Even dacht ik dat het krakeenden waren, maar toen drong tot mij door door dat het zomertalingen waren. Al snel genoten wij met volle teugen van deze prachtige en vrij zeldzame watervogels, die meestal alleen in de trektijd even komen buurten. Vooral de mannetjes zijn plaatjes, met hun opvallende witte krul op de kop.

 
De sierlijke zomertaling. Verderop het vrouwtje.

Om mijn krachten te sparen, spraken wij af dat ik terug zou gaan. Tino trok verder het gebied in en zou via de overkant teruglopen. Wij zouden elkaar halverwege ontmoeten.
Ik had het mij gemakkelijk gemaakt op een bankje bovenop de dijk. Aan het einde ervan, of aan het begin, het is maar hoe je het bekijkt, doemde het bekende silhouet van Tino op. Die zou nog wel twintig minuten moeten lopen.
Alarmerend roepen en het omhoog gaan van een wolk ganzen, heel in de verte, trok mijn aandacht. Niet lang daarna verscheen nog een bekend silhouet, dit keer van een zeearend. Wat zeg ik? Twee! 
Tino zag ze niet, want ze vlogen achter hem. Lang leve de mobieltjes. Gelukkig nam hij zijn telefoon op, zodat ook hij van de twee kolossen kon genieten. Ze kwamen zijn kant op en later vertelde hij dat hij ze in detail had bekeken. De grote, 'lelijke' haaksnavel maakte de meeste indruk.

Een verre foto van een van de zeearenden; in het echt nog imposanter

Thuis, tijdens het schrijven van dit blog, gaat de telefoon.  Het is Tino. In zijn papieren ziet hij dat wij 5 dagen te vroeg waren: de inventarisatieperiode begint pas volgende week. 
Wat een straf, moeten we nóg een keer! 

Witte kwikstaart (boven), roodborsttapuit, blauwborst, rietgors, er is zoveel te zien


Tino schreef ook een verslag van deze dag met een geheel andere inkijkhoek. Altijd leuk. 
Klik hier  om naar zijn versie te gaan. 

Reacties

Een reactie posten