Laten we dansen
Dansen, daar denken de bruine kiekendieven aan als ze vroeg in het voorjaar terugkeren naar ons kikkerlandje. Zij dansen in de lucht, want daar, honderden meters hoog, ligt hun balzaal. Je moet heel goed kijken om er wat van mee te krijgen, want ze vliegen vaak zo hoog, dat je ze met het blote oog bijna niet kunt zien. Zouden ze tijdens hun liefdesdans geen geluid maken, dan zou het hele gebeuren aan je voorbij gaan. Gelukkig maken ze wel geluid, een klaaglijk roepen dat klinkt als ‘pieeew-pieeew’. Omdat het van zo hoog komt (en in werkelijkheid hard en verdragend is), klinkt het vrij zacht als het eenmaal beneden door je oor wordt opgevangen. In het begin van het seizoen, als de vogels net weer terug zijn en het al weer een jaar geleden was dat je het geluid voor het laatst hoorde, zoek je dan ook tevergeefs om je heen naar de herkomst van het geluidje. Totdat je het weer weet en denkt verhip, het is een baltsende kiekendief! Dan richt je een roofvogelblik op het uitspansel en