Posts

Posts uit maart, 2015 tonen

Guardian angels

Afbeelding
Dit is hem dan, de engel die de voorbije zeven-en-een-half jaar mijn leven heeft bewaakt. En met succes, want op 8 februari 2014 sloeg hij mij met 3 welgemikte klappen weer terug naar het land der levenden. Drie weken geleden vertelde mijn engel mij dat hij aan het einde van zijn krachten was. Dit deed hij met een reeks subtiele piepjes, die mij op dat moment maakten tot een bijna lege telefoon, die riep om de oplader. Helaas is het opladen van een ICD (nog) niet mogelijk. Ze beschikken over batterijen waarop de gemiddelde telefoon enorm jaloers zou zijn, maar na de ongeveer 7 jaar die zij meegaan, is het klaar. Op 17 maart 2015 werd hij chirurgisch weggehaald en is er een vervanger geplaatst. Een minimale ingreep, maar geen lekkere. Het niet lekkere aan de ingreep zit hem vooral in het verontrustende gegeven dat er altijd een infectie op de loer ligt. Als dat gebeurt, ben je in de aap gelogeerd, vooral als het om een resistente bacterie gaat. In het ziek

Beginnersgeluk

Afbeelding
De vrouw van een stel goede vrienden van ons vindt alles wat met natuur te maken heeft leuk. Als wij bij haar op bezoek zijn, of we doen met zijn allen wat leuks, dan praat (en vraagt) zij honderduit. Toen ik afgelopen woensdag langs het wetland van het Mallebos zat, het gebied afspeurend met de telescoop, kwamen zij toevallig terug van een fietsrondje polder.  Ik was naar een havik aan het kijken en zij keken even mee door de telescoop. De oh’s en de ah’s waren niet van de lucht. Dat herinnerde mij aan mijn eigen eerste stappen in de vogelarij. Van bijzondere soorten als de schuwe havik kon ik toen alleen maar dromen. Het waren de gewone soorten die ik nog niet eens allemaal had gezien, zoals de heggenmus of de grote bonte specht. Precies die grote bonte specht had zij ook nog nooit in het echt gezien (wel de groene, dat is nog eens bijzonder). Een paar dagen terug op een verjaardag had ik haar die eerste grobo nog beloofd onder een: ‘we trekken er samen wel een

Mallebos toen en nu

Afbeelding
De vogels zingen Maar in mijn oren klinkt Slechts de echo van hoge stemmetjes Honderduit vragend naar hoe en waarom Ik denk aan de kabouters Die hier vroeger woonden En die wij zochten onder paddenstoelen Langs blubberig pad Waar zijn nu de kabouters En mijn kleine mannen Hun knuistjes zo koud Vastgeklonken aan mijn handen

D(T)amhert

Afbeelding
 Afgelopen woensdag gingen Tino en ik naar de Amsterdamse Waterleidingduinen. Wij hadden gehoord dat je daar wel eens damherten kunt zien en vonden het niet erg om zo’n waarneming te combineren met vogelen. We waren er alleen heel vroeger eens geweest, ieder met zijn eigen gezelschap en wisten al lang niet meer de weg. Vlakbij onze bestemming reden wij dus mis. Maar dat kwam goed uit, want op een weg langs het duin waar we anders niet langsgekomen zouden zijn zag Tino warempel een damhert. In onze nopjes reden wij op de ingang van het duingebied aan: onze dag kon niet meer stuk.  D(t)amhert Het was een raar natuurgebied, want aan de ingang moesten we kaartje kopen. Wat voor fratsen waren dat nou? Het is hier toch geen dierentuin, hoopten wij. Maar eenmaal binnen leek het toch een duingebied te zijn. Wat heet, een enorm gebied,doorspekt met allerlei watertjes en sommige kanalen met kraakhelder water. En bergen, althans zeer hoge duinheuvels,  begroeid met dennen. Pracht

Vijftig tinten groen

Afbeelding
Vanmiddag in het Hartelpark trof ik een groepje van een stuk of tien lawaaipapegaaien in het Hartelpark (zo noem ik halsbandparkieten omdat ze zoveel herrie maken). Een van de tropisch gekleurde vogels was in een wilg bezig om een spechtenhol te kraken. Halsbandparkieten zijn namelijk holenbroeders. Op de terugweg zag ik aan de Voorweg een knus stelletje in een abeel zitten, vlak voor een ander nestgat. Vervolgens viel ik met mijn neus in de boter, want terwijl mijn vingers er bijna afvielen van de gure kou, bleken de twee bepaald in hetere sferen. Zelfs zodanig, dat het mannetje het vrouwtje even lekker besteeg, terwijl hij haar nek in zijn snavel beetnam (ruiger dan dat werd het niet, want een paar tellen later was het nummertje alweer voorbij). Daarna   poetste het mannetje zijn verenpak schoon en kroop het vrouwtje het nesthol in, kennelijk in de stemming om daar binnenkort haar bevruchte eieren in te deponeren.     Knap overigens dat ze er helemaal in paste, zonder ha