Posts

Posts uit september, 2020 tonen

Uitblazen in goud

Afbeelding
Na een paar dagen prachtig Drenthe hadden Sandra en ik behoefte aan zee en zilt. Gisteren waren wij daarom op de Maasvlakte. Altijd leuk daar, als de zee onstuimig is en met kolossale kracht op de blokkendam bonkt. Ook trekvogels weten de Maasvlakte te waarderen. Er scharrelden tientallen graspiepers en witte kwikstaarten in de bermen, een jonge robotap (roodborsttapuit) ving insecten vanaf een sprietig uitkijkpunt. En wat al niet meer! De mooiste van de dag was een goudplevier, die uitgeput op de blokkendam zat. Niet bang, of te moe om te vluchten, vloog hij niet weg. Op gepaste afstand, om hem niet onnodig tot inspanning te dwingen, bewonderden wij zijn letterlijk schitterende verenpak. Al die gouden spikkels: als je het nog niet wist, dan weet je nu wel waar hij zijn naam aan te danken heeft.  Goudplevier Boompieper Tapuit

Even snikken en vooruit maar weer

Afbeelding
Ik kan het nu wel zeggen: het boomvalkenseizoen zit erop. Ik zal er sporadisch nog wel een zien, maar de meeste zijn begonnen aan hun tocht naar het verre Afrika. Het is altijd een verdrietig moment voor mij, het afscheid van mijn vrienden, dat mij onderdompelt in een periode van leegte. Want wat moet ik nu met mijn tijd?  Dat laatste is een grapje hoor, want ik heb eerder tijd te weinig dan te veel. Zo heb ik al plannen om andere valkensoorten te gaan observeren, zoals de slechtvalk en de torenvalk. En ik ga erg mijn best doen om het smelleken te zien te krijgen (dat is een piepkleine valk die bijvoorbeeld in ScandinaviĆ« en Schotland broedt, en in de herfst en de winter soms hier in Nederland te zien is. Zij zijn moeilijk te vinden en blijven nooit lang in de buurt van mijn spiedende blik). Torenvalken zijn eenvoudiger te zien. Dat bleek vandaag maar weer eens. In de polder waar ik vandaag mijn laatste boomvalk hoopte te spotten, was een stel druk in de weer met jagen en elkaar pesten

Troeglel oogvoct

Afbeelding
Gelukig kan ik blindd typeb, en heb ik bij het schrijven van dit stukj geen las van dw waziche blik in mijn oge na het bezoek aan de oogars.  Het begon gisteren mogen tijdens het vogelen. Er zweefden opeens zwarte vlekjes voor mij linke oog. “Oh,” zei Tino meteen, “dat iss waaschijnlijk troebel oogvoch, een ouderdomskwaal.” Zekerheidshalve toc maar naar de huisarts gedaan om een nesvlietloslating uit te sluiten. Zij verwees mij naar naar oogarts en daar werde min oogen geruppeld. En nu zie ik noga waziggg. “Wacht dan gewoon met een stukje schrijven”, zi Sandra. “Kom nou, ik kan toh zeker blinddtypen. Dat heb ik mijzelf angeleerd en da gaat prima.” Hopelijk zijn de vliegende vliegjes, de mouches volants, een tijdelijk euvel,want schrijven gaat er prima mee, maar veder ben ik behoorlijk gehandicap.   Wie geen last van slechte ogen heeft, is de boomvalk. Die ziet op honderd mete afstaand een libel en kan dieze uit de lucht vangen met een enkele glaai van zijn krauw. Gisteren, to