Nat


Het boomvalkjong zit hoog in zijn mast. Van daaraf kan hij de omgeving tot ver in de omtrek overzien. Daarom heeft hij de donkere regenwolk al een tijd in het oog. Boven Goudswaard gutsen slierten water er al uit. Nog even en het zal hier zijn.

Mijn telescoop is al een half uur op de jonge boomvalk gericht. Het krijgt al de slanke vorm van zijn ouders. Wel heeft het nog de beige ondertoon met donkerbruine vlekken. Niet het strakke antraciet met contrasterend wit van zijn ouders. En ook ontbeert het nog de roestrode broekveren.
In al zijn jeugdigheid is hij prachtig.

Het jonge dier vraagt zich af wat de in het groen gehulde man, die beneden langs het aardappelveld zit, nu zal gaan doen. Zal hij vertrekken en beschutting zoeken?

De man op zijn beurt vraagt zich af hoe de valk zal reageren, als straks de bui losbarst. Zal hij op de wieken gaan en beschutting zoeken in een van de populieren verderop? Of wegkruipen achter een balk of plaat in de mast?

Dan klinkt aan het eind van het veld een zacht gefluister, dat aanzwelt tot het  geruis van miljoenen regendruppels die op half verteerd aardappelblad uiteenspatten. Het feest is begonnen.

De man ziet dat de valk blijft zitten. Het dier schudt zich de veren eens en draait dan een kwartslag, zodat de regen hem nu op de rug valt en langs zijn verenpak naar beneden parelt.
De valk ziet dat de man blijft zitten. Hij heeft een kap over zijn hoofd getrokken en zit ineengedoken achter het zwarte apparaat waardoor hij naar boven lijkt te kijken. 

Zo zien zij van elkaar dat zij de bui trotseren.

Na een half uur mindert de regen. De valk ziet de man  zijn spullen oppakken, opstaan en vertrekken.
De man zit op zijn fiets. Zijn jas heeft zijn bovenlijf droog gehouden. Zijn broek is kletsnat en zijn benen zijn verkleumd. Hij ziet uit naar het comfort van zijn huis, de douche en zijn droge pyjama. Zijn gedachten dwalen af naar zijn doorweekte vriend die deze luxe niet heeft. En dat terwijl de weerprofeten voor de komende dagen nog meer regen hebben voorspeld, veel meer regen.  

Dieren van de vrije natuur, wat een bikkels zijn het toch.

De jonge boomvalk in droger tijden (ik had natuurlijk geen camera bij mij in de regen, want daar kan die niet tegen)

Hier een jonge boomvalk met een hapje. Ze schuilen vaak achter dit soort platen, maar tijdens deze bui dus nog niet.

Reacties