De maniak


Als ik alleen aan het vogelen ben, praat ik niet. Met uitzondering van soms een eenzame kreet uit enthousiasme over een prachtige waarneming. 

Soms loopt er iemand met mij mee en merk ik dat men zich, bij het horen van mijn vele verhalen over vogels, verbaast over hoe vaak ik kennelijk in de natuur ben. Ik vertel dan dat vogelen voor mij eigenlijk geen hobby is, maar een levenswijze. Een vader van een vriend sprak zelfs eens de woorden "die jongen is niet fanatiek, hij is een maniak!" 

Zo negatief wil ik het niet stellen, want bij maniakken denk ik aan seriemoordenaars of mensen die ondergoed van waslijnen stelen en niet aan een goedaardige natuurliefhebber zoals ik, die elk moment van de dag naar vogels probeert te kijken, bijvoorbeeld in het Hartelpark, waar ik in een gestolen uurtje voor het naar het werk gaan nog een dartel vuurgoudhaantje in een lage vlier probeer te scoren, of een ijsvogel op een stokje.

Deze laatste zin telt 73 woorden. Zo'n lange zin om uit te leggen dat ik geen maniak ben: hoe maniakaal is dat?!



Deze ijsvogel (een vrouwtje, te zien aan het rood op de snavel) trof ik inderdaad aan in het Hartelpark in een gestolen half uurtje voor het werk.

Reacties