Lang weekend: het vervolg

In het vorige artikel schreef ik over de eerste dag van mijn lange weekend. Hier volgt de rest.

Mijn vrije dagen hadden eigenlijk maar één doel: het spotten van boomvalken. En als dat hier in de regio problematisch is, dan moet dat maar ergens anders. Dat was in dit geval het mooie en gemoedelijke Brabant, waar ik vlak bij een heidegebied mijn tentje had opgeslagen.

Daar zat ik dan, moederziel alleen, op een stille natuurcamping (ik was de enige gast de eerste avond). Maar ik was niet eenzaam, want vele vogels hielden mij gezelschap. Mezen en boomklevers zorgden voor een koor aan vogelgeluiden en ’s avonds in het pikkedonker zorgden een roepende bosuil en zijn vrouwtje voor spookachtige achtergrondgeluiden. En bij het ochtendkrieken deed een ransuil het nog eens dunnetjes over.

Koud was het wel. Zodanig dat ik rond mijn voeteneind een fleece-deken geslagen had en een oude winterjas als extra deken dienst deed. In de vroegste ochtend voegde ik daar mijn aluminium drinkfles als heetwaterkruik aan toe.

Twee volle dagen struinde ik in mijn eentje over de heide rond, voorzien van voldoende eten en drinken om het de hele dag vol te houden. Het was prachtig weer, overwegend zonnig en bij vlagen heet. Onder een boom knapte ik er op het heetst van de dag een uiltje om er daarna weer uitgerust tegenaan te kunnen.

Mijn tocht is niet voor niets geweest, want boomvalken vond ik en urenlang heb ik genoten van wat zij zoal deden. Ik maakte talrijke foto’s van de sierlijke rovers, die t.z.t. op mijn website komen, of nog in mijn boek.

Maar natuurlijk waren er ook mooie bijvangsten, want Brabant in de nazomer heeft veel voor de natuurliefhebber in petto.