Vijftig tinten groen



Vanmiddag in het Hartelpark trof ik een groepje van een stuk of tien lawaaipapegaaien in het Hartelpark (zo noem ik halsbandparkieten omdat ze zoveel herrie maken). Een van de tropisch gekleurde vogels was in een wilg bezig om een spechtenhol te kraken. Halsbandparkieten zijn namelijk holenbroeders.

Op de terugweg zag ik aan de Voorweg een knus stelletje in een abeel zitten, vlak voor een ander nestgat. Vervolgens viel ik met mijn neus in de boter, want terwijl mijn vingers er bijna afvielen van de gure kou, bleken de twee bepaald in hetere sferen. Zelfs zodanig, dat het mannetje het vrouwtje even lekker besteeg, terwijl hij haar nek in zijn snavel beetnam (ruiger dan dat werd het niet, want een paar tellen later was het nummertje alweer voorbij). Daarna  poetste het mannetje zijn verenpak schoon en kroop het vrouwtje het nesthol in, kennelijk in de stemming om daar binnenkort haar bevruchte eieren in te deponeren.   
Knap overigens dat ze er helemaal in paste, zonder haar staart te knikken.







Reacties

Een reactie posten