Lentekriebels en wintertenen



Al een paar weken zingen ’s morgens de heggenmussen hun ijle liedjes. Ook fietspompen de koolmezen er vrolijk op los met hun onophoudelijk "fwiet, fwiet, fwiet". Sneeuwklokjes en krokussen versieren de winterse borders. De lente is in aantocht.
Sinds een dag of tien hoor ik ook weer de zanglijsters met hun melodieuze zang. Vandaag maakte zo’n meesterlijke imitator het wel erg bont door zich dan weer voor te doen als waterral en dan weer als sperwer en havik. Hij was ook een meesterverstopper, want hoewel hij dichtbij zat, liet hij zich niet zien. Ik had besloten mij niet te laten kennen en te blijven zitten tot ik hem zou zien. Toen ik hem eindelijk vond in de kruin van een es, was er weinig lente meer in mijn ledematen te vinden. Het met pijnlijk verkleumde handen en voeten weer naar huis fietsen, was dan ook niet bepaald het hoogtepunt van mijn dag.
Gelukkig lagen er nog twee winterse restjes in de diepvries: erwtensoep en boerenkool. Een probate combinatie om weer mee op temperatuur te komen. 

Deze vroege zanglijster wist langdurig uit het zicht te blijven, terwijl hij zich afwisselend voordeed als zichzelf, als een waterral en als roofvogels. Maar uiteindelijk had ik hem toch in de zoeker.


Reacties