Magie in het Spuibos


In mijn boek beschrijf ik een toverboom op de Strabrechtse Heide, waarin vogels verdwijnen om er even later als een andere vogel uit tevoorschijn te komen. Natuurlijk was dat geen magie. Er zaten gewoon veel verschillende vogels in die ene boom. Dat gebeurt echter zo zelden dat het toch leek of er een tovenaar aan het werk was.
 
Gisteren stond ik bij net zo’n boom. Dit keer niet in Brabant, maar in het Spuibos. Ook deze boom zat vol vogels, maar nu van dezelfde soort, namelijk goudhanen. Er zaten er wel tien tot vijftien in en allemaal waren zij op insectenjacht. Daarbij bewogen zij kriskras door de kruin van de boom.
Voor ons mensen is het of de vogeltjes zonder enig plan bewegen, nerveus, zonder ook maar even stil te zitten, maar in feite zijn zij doelbewust bezig om zo’n boom minutieus uit te kammen op insecten. Die zitten verstopt in de oksels van blaadjes. Goed geprobeerd, maar niet veilig voor de goudhaantjes, die staand, springend, hangend of fladderend hun priemsnaveltjes naar binnen steken.
  
In al hun beweeglijkheid zijn de goudhaantjes met het menselijk oog nauwelijks te volgen. Als het er heel veel zijn zoals gisteren, zou je denken dat het eenvoudiger is, maar helaas was dat niet zo. De combinatie van beweeglijke vogels en trillende en vallende blaadjes maakte dat boom in zijn geheel leek te sidderen. Daarom was het zaak om er een uit te selecteren, zoals een valk dat probeert bij een zwerm spreeuwen. Op sommige momenten lukte dat aardig. Daarom kon ik een paar goudhaantjes op de foto zetten.
Toen ik aan de praat raakte met een vriendelijk stel wandelaars, die ook genoten van de gezellige drukte in de boom, besloten de goudhanen dat het tijd was om te verkassen.
Ineens was de magie verbroken.

In beeld. Nu nog het gele petje...

Bijna. Zie eens dat priemsnaveltje

Dit is al beter

Hebbes!

Reacties