Blauwvoetjes


Gisteren vertelde mijn buurvrouw over een mussenkoppel in de meidoorn. "Ze zijn terug in onze buurt", zei ze hoopvol. Ik zei dat er inderdaad af en toe een mussenfamilie komt, maar dat ze volgens mij niet nestelen bij onze huizen. Maar wat niet is, kan wel komen. 

Vooral mijn conifeer, die monsterachtig de hoogte en de breedte in gaat, zou een mooie plek kunnen zijn voor ‘spin-off’ van de kolonie die een paar straten verderop gevestigd is. Speciaal voor de mussen laat ik daarom ook het onkruid aan de buitenkant van mijn erf woekeren en doe ik niets aan de bladluizen op mijn struiken. Mussen voeren hun jongen namelijk met insecten, waaronder bladluizen. Zo’n onkruidrand ziet er niet uit voor ons mensen, maar mussen zien dat anders. Die houden wel van rommelige landjes. 
Alleen een plaats voor zand- of stofbad ontbreekt nog en ik weet niet hoe dat op te lossen, want als ik een zandbak aanleg, zal het al gauw een kattenbak zijn.

In afwachting van de mussen, moeten wij het doen met mezen. Die nestelen wel ergens in de buurt, zij het niet in mijn tuin. Eten komen ze er wel. Daarom zaten er verleden week zomaar een paar jonge mezen in de meidoorn. 
Zie toch eens, die blauwe voetjes! Nooit geweten dat ze die hebben, dus weer wat geleerd over het wonderlijke vogelrijk. 

Jonge koolmees met zijn blauwe voeten

Reacties