Reis door de tijd


Als ik naar een oude foto kijk, zelfs als daar alleen een vogel op staat, dan brengt hij mij terug naar de tijd, de plaats en de omstandigheden op het moment dat ik die foto maakte. Voor mij heeft fotograferen alleen daarom al een meerwaarde ten opzichte van gewoon vogelen.

Soms maken zelfs nieuwe foto’s herinneringen los. Niet alleen aan het moment dat ik de foto maakte, maar ook aan een zee van andere gebeurtenissen uit mijn verleden. Dat gebeurde mij vandaag bij een foto die ik gisteren maakte in Spijkenisse-Noord.

Wat mijn geheugen op gang bracht?
Kijk maar even met mij mee. 

Ik zie de nieuwe Spijkenisserbrug en denk terug aan de twee jonge boomvalken die ik in 2016 bovenop een van de pijlers zag zitten. Erg bijzonder, want nooit eerder zag ik ze daar en ook nadien nooit meer.
Maar ik denk ook aan de oude Spijkenisserbrug en wat voor avontuur het was om in de jaren 1960 samen met mijn moeder naar Hoogvliet te fietsen, het krachtig stromende water van de Oude Maas dreigend onder ons. Want hoewel wij wisten dat de reling ons beschermde, was het kolkende water als een roepende sirene, die ons probeerde te verleiden om in haar armen te vallen.
Het was bovendien een pittige tocht, de lange hol op, vaak wind en regen trotserend en aan de andere kant met een vaart naar beneden, een wedstrijd om wie zijn fiets het verst kon laten uitrollen.

Op de voorgrond zie ik het Voedingskanaal. Wat heb ik daar veel stenen over het water laten scheren. Dit is een bezigheid die mij ook tegenwoordig nog veel vreugde geeft. Een steen helemaal naar de overkant gooien, deed ik in die tijd met gemak. Tegenwoordig kost het me waarschijnlijk mijn schouder of arm.
En zwemmen natuurlijk. Zonder schoentjes over pijnlijk scherpe en wegrollende stenen het water in wankelen, totdat je ver genoeg was om te kunnen zwemmen. Na een meter of vijf voelde je de koude lagere waterlaag je onderbenen omhullen.
De film “Jaws” maakte dat ik nadien nooit meer onbevangen in het kanaal kon zwemmen. Natuurlijk zwommen er geen haaien in die donkere leegte onder mij, maar wel metersnoeken...

Een litteken herinnert mij aan een niet zachtzinnig contact met een mosselbank. De wond bloedde als een rund en nu ik eraan terugdenk voel ik feilloos waar het litteken zit: op mijn rechter been, net boven de knie.
Wij hielden het zwemmen lang vol, nog tot diep het najaar in. In één jaar zelfs tot en met de eerste nachtvorst. Het afdrogen van je verkleumde lijf was als schuren met grof schuurpapier. Toen het te koud werd om te zwemmen, visten wij op winterse blankvoorns. Je mocht daar helemaal niet vissen, maar wie maakte ons wat: wij waren de koningen van onze buurt.

Als je goed kijkt, zie je op de rechter oever een steigertje. Dat lag er in mijn jeugd nog niet. Maar wel in de jeugd van mijn kinderen. Mijn oudste zoon en zijn tienervrienden fietsten vanaf die steiger het water in en zij maakten er films van. De dwazen.

Midden op de foto zie je een hek van gegalvaniseerd ijzer en daarvoor een rood-wit hek en iets blauws. Dat blauwe ding is een prullenbak. Die was net groot genoeg om achter weg te kruipen voor de wind.  Precies dat was wat ik gisteren deed, want die wind, in combinatie met het holletje tegen de dijk op hadden mij zo erg uitgeput dat ik bijna van mijn stokje ging. Achter de veilige beschutting van de prullenbak heb ik een angstig half uur zitten uitblazen, voordat ik terug naar huis durfde te fietsen. Dit deel van de foto brengt mij terug in het heden, overigens samen met de buizerd die linksboven bijna van de foto af zweeft. Zij herinneren mij eraan wie ik tegenwoordig ben.

Spijkenisserbrug, Voedingskanaal en veel herinneringen

De twee jongen boomvalken op de Spijkenisserbrug in 2016.


Reacties

Een reactie posten