Het lieflijke gat van Adolf
Vandaag was het eindelijk eens ouderwets herfstig fris. En nat.
Zo nat zelfs, dat mijn trip naar Flakkee in het water dreigde te
vallen. Gelukkig gebeurde dat niet, hoewel er voor water wel een hoofdrol bleek te zijn weggelegd vandaag.
Na het schieten (daarvoor moest ik aan de 'overkant' zijn),
ging ik nog even struinen bij het Adolfsgat. Het is
verbazingwekkend hoe een watertje met zo’n naam zo lieflijk kan zijn. Want dat
is het, omringd als het is door besdragende struiken,
bomen en rietruigten. Het stikt er dan ook van de vogels.
Het is alleen jammer dat het meertje pal naast de provinciale N59 ligt. Het autoverkeer mag daar 100 en doet dat dan ook met graagte. De herrie die dat maakt doet niet onder voor het gebulder van een bataljon “Panzerkampfwagen Nr III”, waarmee we dan toch weer terug zijn bij die beste Adolf.
Het is alleen jammer dat het meertje pal naast de provinciale N59 ligt. Het autoverkeer mag daar 100 en doet dat dan ook met graagte. De herrie die dat maakt doet niet onder voor het gebulder van een bataljon “Panzerkampfwagen Nr III”, waarmee we dan toch weer terug zijn bij die beste Adolf.
Eenmaal de dijk afgedaald verdween de associatie met Hitler als
sneeuw voor de intussen doorgebroken herfstzon, die de meidoornstruiken en de
daarin neergestreken kramsvogels in goud deed baden. En ook het water zelf werd
ondergedompeld in herfstlicht, waardoor de golfjes van het Haringvliet aan de einder overgingen in een spiegel. Een bataljon klassieke zeilbootjes leek zich in die glimmende horizon geluidloos
aan de zwaartekracht te hebben onttrokken, zwevend tussen water en lucht.
Kramsvogels in de meidoorns |
Reacties
Een reactie posten