Duistere maan, verlicht humeur


Ja, ja, de maansverduistering.
Er is veel over gesproken en geschreven de voorbije dagen. Bloedrood zou de maan worden. Dit wonder der natuur zou ik graag zien. Ik had al een mooie plek in gedachten: de dijk langs het Spui. 

De eclips was meteen een excuus om het warme huis te ontvluchten (hoewel ik aan excuses nooit een gebrek heb).
Daarom stond ik op vrijdagavond met Tino en zijn vrouw José aan het Spui, verwachtingsvol kijkend in zuidoostelijke richting. 
Daar werden wij getrakteerd op een natuurverschijnsel van de hoogste orde: een immense, donkere en dreigende wolkenlucht, die de maan volledig aan het zicht onttrok. 

Wie nu denkt dat wij diep teleurgesteld naar huis fietsten, kent ons niet. Tino had voordat ik mij bij hen voegde een mol gezien die uit de grond kroop op nog geen twee meter rechts van hen. Hij vertelde glunderend over het korte staartje van het diertje met de glanzende bontjas, dat zich meteen in de grond terugtrok toen het een trilling voelde van een voet. Ik had niet de indruk dat Tino ongelukkig was over de gemiste maan. Hij zei zelfs dat hij eigenlijk helemaal niets heeft met planeten.

Ikzelf was natuurlijk niet rechtstreeks naar mijn vrienden gefietst, maar had een omweg gemaakt. In het strijkende licht van de ondergaande zon had ik hazen zien spelen op een gemaaid tarweveld. En ik had de zon zien ondergaan. Bloedrood was hij niet, maar wel knaloranje.

De eclips had ik dus gemist, maar mijn gemoed was niet verduisterd. In tegendeel, het was hel verlicht door de mooie ervaringen van deze avond. En omdat ik halsreikend uitzag naar de verkwikkende regen die het duistere wolkenpak mogelijk zou uitstorten over het dak van ons kokendhete huis.



Wie wil er nog een maansverduistering bij zo'n zon?




Reacties