Struisvogels
Een ding heeft elk mens gemeen: de dood. Iedereen stelt die
gebeurtenis zo lang mogelijk uit, maar uiteindelijk ontloopt niemand zijn lot.
Meestal
houden wij onze gedachten aan de dood zo ver mogelijk bij ons weg, als
struisvogels met ogen vol zand. Soms lukt dat niet, omdat iemand die wij kennen de geestelijke kracht aan het verzamelen is om de
onvermijdelijke stap te kunnen zetten.
Al jaren geleden heb ik beslist om mijn organen te willen doneren. Ik hoefde er niet lang over na te denken, want zelf zou ik ook een orgaan van een ander aanvaarden:
nemen zonder zelf te geven kan ik aan mijzelf niet rechtvaardigen.
nemen zonder zelf te geven kan ik aan mijzelf niet rechtvaardigen.
Soms is het prettig om oppervlakkig te kunnen zijn.
Daardoor werd ik niet gehinderd door bijgedachten, zoals:
Wat zouden mijn nabestaanden willen?
Wat als ze me onnodig sneller laten doodgaan?
Nu ik hier toch over nadenk, dan is mijn antwoord
simpel: mijn nabestaanden hebben niets te willen, want het is mijn beslissing
en ik verwacht dat zij die respecteren.
Het is mijn nalatenschap: als ik dood ben, gaat mijn lichaam pas de prullenbak in als de bruikbare onderdelen zijn hergebruikt. Iemand die anders óók zou overlijden, of met een rotkwaal zou moeten
voortleven, kan er mooi mee geholpen zijn.
Dat men mij sneller laat doodgaan, daar geloof ik niet in.
Los daarvan weet ik uit eigen ervaring dat je dat tegen die tijd toch niet
merkt.
Stel je eens voor, dat de hoornvliezen van de
Stadsvogelaar in de ogen van een beroemde concertpianist zouden belanden en dat
deze dan midden in een toonaangevend openluchtconcert een valse noot aanslaat,
in opwinding overeind komt en tot ieders verbazing enthousiast uitroept “kijk,
een boomvalk!”
Ik zou mij van het lachen omdraaien in mijn graf (bij wijze van spreken, want in werkelijkheid zal ik zijn uitgestrooid in Brabant in een bosrijk boomvalkenterritorium).
Ik zou mij van het lachen omdraaien in mijn graf (bij wijze van spreken, want in werkelijkheid zal ik zijn uitgestrooid in Brabant in een bosrijk boomvalkenterritorium).
En dan te weten dat een halsbandparkiet bij een
begraafplaats deze macabere gedachten losmaakte.
Laten we dus maar weer gauw gaan (struis)vogelen.
Laten we dus maar weer gauw gaan (struis)vogelen.
Halsbandparkiet in taxus. Er bestaan veel groentinten, zoveel is duidelijk |
Hihi...mooi idee...van die ogen van je....
BeantwoordenVerwijderen