Bierkabouters

Je kunt grote dorst krijgen van lange struintochten door onbekend gebied. De drinkfles biedt uitkomst, maar aan het eind van de middag heeft de leren tong genoeg van dat laffe water en treedt er een acute behoefte op aan gerstenat.
Nu wil het toeval dat Tino en ik bij onze wandelingen tijdens vogel-kampeertochten  wel eens  een bospub of een bosherberg op ons pad vinden. En aangezien wij toch niet naar huis hoeven te rijden, willen wij onze dorst daar wel eens lessen met een flesje bijzonder bier, zoals een Lachouffe, een Brugse Zot of een lokaal speciaalbier.
Soms, als het buiten erg warm is, twee. Dat is niet slim, maar op dat moment maalt niemand daarom. Vooral niet als er ook nog eens een portie bitterballen aan te pas komt.


Maar inderdaad, niet slim. Zwaar bier leidt namelijk tot zware benen en een zwalkende tred. Het tast het coördinatievermogen aan en je gaat er behoorlijk slap van ouwehoeren. De combinatie van deze effecten maakt de paar kilometers terug naar het kamp dan ook een uitdaging van formaat. 


Mijn oudste zoon had kennelijk lucht gekregen van het feit dat ik wel eens een Lachouffe drink  en had voor mij een kistje gekocht met zes flesjes, een speciaal glas en een kabouterformaat breekijzer. In het dagelijks leven drink ik echter niet zo veel. Sinds Vaderdag heb ik daarom nog een van de zes over (terwijl er nota bene een in de buik van de buurman is beland). Misschien drink ik hem met kerst wel op.


Het kistje had ik in de tuin gezet met het plan er violen in te zetten. Totdat ik bedacht dat het als voederkastje dienst zou kunnen doen. Twee schroeven later hing het aan de schutting en sindsdien wordt het druk bezocht door alcoholisten van divers pluimage.  







Reacties

  1. Slim...Nu had jij mij uitgenodigd om het kistje soldaat te maken, weet je nog?
    Enfin de buurman is mij voor geweest.
    Die laatste dan maar voor de kerst? :-)

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten