Een natuurlijk kerstverhaal



Terwijl de mensen in kerststemming zijn en in verwarmde huizen de feestdagen vieren, gaat buiten de natuur haar gang, in al haar goddeloze wreedheid. Een voorbeeld hiervan maakten Tino en ik vanmorgen mee bij de Beninger Slikken. Een verhaal, haast te schokkend voor woorden en zeker geen traditioneel kerstverhaal. 
Maar bijzonder genoeg om verteld te worden, Kerst of niet. 

Het is heerlijk om de  kerstdagen te beginnen met een frisse neus van een ochtend vogelen. Tino was dat met mij eens en daarom hadden wij besloten om samen naar de Beninger Slikken te gaan. 

Achter de dijk, die het venijn wegnam van de over het veld jakkerende wind, richtten wij onze telescopen op een immense groep eenden. Wintertalingen, berg-, slob-, krak-, pijlstaart- en wilde eenden. Daarachter een enorme groep kieviten en goudplevieren en enkele bonte strandlopers. Om de zoveel tijd ging de hele bende massaal op de wieken. Roofvogel!

Havik of slechtvalk vermoedden wij en al gauw bleek dat te kloppen, want een forse slechtvalk doemde op en ging achter de in paniek opvliegende eenden aan. De eerste jachtpartij liep op niets uit en het dier landde op een eilandje, waar het een uurtje bleef zitten.

Slechtvalk

Daarna ging de magistrale rover weer de lucht in.
De vogelmassa eromheen ging als één  omhoog  en het luchtruim werd voor de zoveelste keer deze ochtend zwart van de vluchtende vogels. De jagende valk deed verschillende pogingen, maar greep steeds mis. Het was spectaculair hoe de valk steeds een beetje hoogte maakte en gebruik maakte van windvlagen in de rug om meer snelheid te krijgen en dan bruusk en onvoorspelbaar wendde, keerde en dook. Zo ging het keer op keer. 
Tino en ik moedigden het dier enthousiast aan, beseffend dat je dan tevens een prooivogel dood wenst, want dat is nu eenmaal de consequentie van een passie voor roofvogels.  

De slechtvalk (voor de bomen) onder kieviten

Aan het eind van een van deze verticale aanvallen zagen wij dat een eend spetterend onderdook, terwijl de valk ogenschijnlijk miste en net boven het wateroppervlak weer afdraaide en uit het zicht verdween. Prompt landde een grote mantelmeeuw op de plek waar de eend was weggedoken. Daar bleek dat de valk de eend kennelijk toch krachtig met zijn klauwen had geraakt, want de zwemvogel leek in shock te zijn, spartelde wel, maar was verder niet in staat om weg te komen van de hakkende snavel van de mantelmeeuw. De meeuw kreeg de nek van de eend te pakken en duwde het kansloze dier net zo lang onder water tot het bijna niet meer bewoog. Soms ging de meeuw zelfs even op de eend zitten om hem onder te houden, terwijl zijn snavel onophoudelijk op het lijf van de watervogel inbeukte.

Onder toeziend oog van een kraai verzuipt de meeuw de taling

Na een kwartier kwam aan de martelgang een einde en was de eend op sterven na dood. Geen kerstfeest voor de taling. De meeuw begon er veren vanaf te plukken en nam de eerste hapjes vers eendenvlees tot zich. 

Maar daar had de mantelmeeuw toch buiten de slechtvalk gerekend, want die had kennelijk van een afstandje gade geslagen hoe de meeuw zijn prooi van het leven beroofde. Dat scheelde de valk weer wat werk. De slechtvalk kwam aangevlogen en deed een agressieve uitval naar de meeuw. Hoewel de meeuw groter is, begreep hij dat het menens was en zorgde hij dat hij uit het bereik kwam van de dodelijke valkenpoten.  


Nu werd de valk in de lucht nog wel lastig gevallen door twee kraaien, die hardnekkig uitvielen tegen de roofvogel, maar dit geplaag kon de slechtvalk er niet van weerhouden om ‘zijn’ buit met een perfect gerichte duik uit het water te grissen, waarna het stoffelijk overschot van de wintertaling, bungelend In een krachtige klauw naar een eilandje werd gevlogen. 
Het kerstmaal kon beginnen. 

Reacties

  1. Prachtig, wat een suspense. Als of ik het nogmaals meemaak.
    Een kerstochtend om niet snel te vergeten.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten