Babylon

 

'Zijn het grote of kleine?'

'Wat?'

'Mantelmeeuwen.'

'Oh dat, ik denk kleine, want ik zie gele poten.'

'Ik zie geen poten, het gras is te hoog.'

'Jawel, die daar bij dat plasje.'

'Welk plasje, ik zie er drie.'

'Het meest linkse.'

'Oké, maar ik zie nog steeds geen poten…'

'Godver, hij is gaan zitten'

'Zullen we verder rijden?'

'Bij-jaat, waarom niet.'

'Aad? Wie is Aad?'

En zo ging onze Babylonische spraakverwarring nog een tijdje door. Je zou er zo een hele melige podcast van kunnen maken. Maar daar hou ik niet van (wel van melig, niet van podcasts).

PS. 'Bij-jaat' is dialect voor 'wel ja, goed hoor'. Dus toen Tino Bij-jaat zei, bedoelde hij eigenlijk. Goed hoor, waarom niet. Tino gebruikt het regelmatig, ik nooit.

Gele poten: kleine mantelmeeuw.

 

 

Reacties