Groot kijken naar het kleine

Ieder jaar ga ik een paar keer naar De Kampina in Brabant om boomvalken te kijken. Daarbij doorkruis ik het immense gebied van Noord naar Zuid en van Oost naar West. Te voet lukte dat de laatste jaren niet meer. Met de vouwfiets ging het nog wel. 

Ook verleden week trok ik er op uit. Helaas bleek dit jaar mijn conditie weer zo veel slechter dat het ook met mijn tweewielige pakezel niet meer ging.

De beperkingen zijn er de laatste pakweg 15 jaar ingeslopen. Hierdoor heb ik gelukkig de tijd gehad om er steeds iets op te bedenken, materieel, maar ook mentaal.
Zo heb ik meer en meer leren beseffen dat je geen kilometers hoeft te maken om van natuur te genieten. Oké, het merendeel van de boomvalken loop ik tegenwoordig mis, wat best even slikken is voor een boomvalkgek als ik, maar verder is het goed om te weten dat er in 1 van de 1200 hectare van De Kampina al zo veel te zien is, dat je de resterende 1199 gerust kunt negeren.  

Zo kun je al kilometers makend een meikever zien als een groot snorrend insect en dan doorlopen naar de volgende prikkel, maar er ook intensief bestuderend naar kijken zonder een stap te zetten of hooguit een beetje heen en weer te lopen. 

Meikevers: wat een wonderlijke wezens zijn dat! Op het eerste oog net elfjes, maar bij inzoomen blijken het niet meer dan op seks beluste rakkers op zoek naar een gewillig vrouwtje.

Van klein kijken naar het grote, is het nu dus groot kijken naar het kleine.
De enige valkuil is de neiging om te blijven verlangen naar wat er mogelijk achter de horizon ligt.  Maar zo is het eigenlijk ook in de rest van het leven. Net zoals het kind dat het groene snoepje kiest, maar vergeet ervan te genieten omdat het blijft hangen in de vraag hoe het rode zou hebben gesmaakt.
Of, zoals mijn moeder ons op het hart drukte, vlak voordat zij overleed: Tel wat je hebt en niet wat je niet hebt. 

Hé, een elfje




 

 

Reacties