Krachtpatsers



Hoewel mijn pindaslinger op een veilige en beschutte plaats hangt, landt er zelden een mees op. Eigenlijk bezoekt alleen de gaai mijn slinger (en rukt die met zijn grove snavel onverbiddelijk aan flarden). Gaaien zijn dit jaar echter dun gezaaid, zodat de slinger wekenlang onaangeroerd  kan blijven hangen.


Het is niet dat mijn mezen niet van doppinda’s houden. Al een paar keer heb ik namelijk geconstateerd dat ze pinda’s op het tuinpad wel graag opeten, als de eksters er tenminste een paar laten liggen. Het is bijzonder om te zien hoe de mezen met zo’n grote pinda omgaan.


De grond is een gevaarlijke omgeving voor mezen. Die zoeken liever de veiligheid van de doornige meidoorn of de met klimplanten overwoekerde schutting. Voordat de mezen op het pad landen, kijken ze daarom de kat uit de boom. Of beter: de katten uit de border, want die willen daarin nog wel eens op de loer liggen; het tuinpad is een ideale startbaan voor een verrassingsaanval. En er is geen mees ter wereld die terecht wil komen in de laatste schakel van de stedelijke voedselketen. 


Durven ze het eenmaal aan, dan landen de meesjes naast zo’n doppinda, die meestal niet veel kleiner is dan een derde van het vogeltje.  Eén pootje zetten ze vervolgens op de noot zodat deze niet over de stenen kan wegrollen. Vervolgens pikken ze er een beginnetje aan, kijken nog even alert om zich heen en vliegen dan met de hele pinda in hun piepkleine snavel naar een veilige struik. Daar klemmen ze de pinda met een poot tegen een tak en pikken ze hem open op weg naar de smakelijke inhoud.


Zo’n iel vogeltje en dan toch met zo’n pinda kunnen wegvliegen. Het zijn geweldenaren! 

De grotere koolmees kan het...



Maar zelfs de kleine pimpelmees gaat ermee aan de haal





Reacties

Een reactie posten