Toverballenland

In het  Sauerland heb ik wel eens een grijskopspecht gezien en een glimp van een notenkraker, maar verder is het geen goede plaats voor het zien van veel en bijzondere vogels. In de bossen zit veel wild, maar ook dat laat zich zelden zien, waarschijnlijk omdat er stevig op wordt gejaagd. Toch hebben wij er een vast stekkie. Een verleidelijk oord, dat ons al 6 keer naar zich toe heeft gelokt.

Wij zijn er al in alle seizoenen geweest. Dit keer gingen wij in november. Sneeuwbanden en sneeuwkettingen moesten ons behoeden voor onverwachte witte perikelen. Maar het zag er naar uit dat wij meer zouden hebben aan een paraplu. Want hoewel er op grote hoogte mogelijk wat sneeuw werd voorspeld, regende het gestaag. Naaldengroen en kleurrijk herfstblad omkransten ons hotel.

Na een uitgeslapen ontbijt begonnen wij de volgende morgen aan onze eerste wandeling. Het was kil door zware motregen. Lage bewolking hing als vuile vitrage aan kale beukenstammen. Wij hadden ons echter ingesteld op natte weersomstandigheden, dus het deerde ons niet. Stilletjes hoopten wij zelfs op een vlokje sneeuw, want de uitzichten waren nu al wonderschoon, laat staan onder een deken van wit.

Geen kabouter gaat op zo'n natte stoel zitten natuurlijk


Ook de "Fliegenpilz" was van de partij, met links onder zijn hoed nog een ander "pilzje"

Wij bestegen een ‘kam’. Bijna boven gekomen gingen de plofjes van druppels op onze jassen over in scherpe tikjes: ijsregen. Nog even later verstomden die tikjes, omdat sneeuwvlokjes zich vederlicht op onze jassen nestelden. Wat overbleef was hinderlijk geritsel van de binnenkant van capuchons tegen oorschelpen.
Daarom stopten wij regelmatig om te kunnen genieten van de ongekende stilte in het landschap, dat vervaagde naar contrastloos grijs-wit. Kennelijk lag hier de grens van nattigheid naar wattigheid. Meteen maakten wij foto’s van besuikerde paddenstoelen en planten, want denkend aan de kwakkelwinters van tegenwoordig kon het zo weer voorbij zijn.
Suikergoed

En marsepein
Een licht  sneeuwlaagje transformeerde de natuur

Hier loopt Sandra af op de enige twee minuten zon van de week

In de vroeg ingevallen schemering lag het lager gelegen hotel er somber bij. Een zware mist omhulde het en het was flink afgekoeld. Een enkele ijskoude mistdruppel deed een poging om zich voor te doen als sneeuw, maar werd op de grond bestraft met een roemloze dood, al was het maar omdat de hoteleigenaar de paden preventief had bestrooid.

Toen Sandra de volgende morgen het gordijn opende, slaakte zij een kreet van verbazing. Sneeuw! Eerst dacht ik dat zij een grapje maakte, maar toen ik naast haar stond om een blik te werpen op de hoteltuin zag ik dat ze het meende. Alles was wit.

Eenmaal buiten voor onze volgende wandeling, bleek het een dunne laag te zijn, want op veel plaatsen waren loof en naalden nog zichtbaar, maar waar gisteren het tapijt nog bestond uit gevallen beukenblad liepen wij nu over wit velours.
Hogerop was het witter dan wit en onze tocht was zo vol betovering dat ik ’s avonds bij het naar bed gaan nog  glunderde van de opgedane indrukken. 



"Hochsitze" in overvloed; reden voor het wild om schuw en onzichtbaar te zijn
De volgende dagen kon het niet op. Er viel steeds meer sneeuw. Een geplande trip naar een stadje zegden wij maar af, want wij wilden de moeilijkheden niet opzoeken en bovendien was er in de nabije omgeving van het hotel genoeg variatie voor dagen wandelplezier.
Op de laatste dag was de sneeuwlaag zelfs zo dik geworden dat wandelen vrijwel onmogelijk geworden was. Onze grote wandeling van die dag verruilden wij daarom voor een “rondje om de kerk”, in dit geval ons hotel.

Een handlengte diep

Of de zwarte roodstaart er blij mee was weet ik niet

Zie daar, die rode staart


Helaas komt aan alle moois een eind.

Nadat ik de bagage in de auto had gezet, bracht ik de auto behoedzaam in beweging over het besneeuwde asfalt.  Met spijt rolden wij zo weg uit ons witte paradijs. Maar veel tijd om afscheid te nemen was er niet, want al na vijf minuten en zo’n tweehonderd meter lager was er geen sneeuw meer te bekennen. Plankgas reden wij door groene bossen en velden terug naar het hectische en herfstige Nederland. 


De winter lieten wij achter, hoog in het Sauerland. Maar de warme herinnering aan deze bijzondere belevenis ligt in onze harten besloten.

Reacties

  1. Mooi stukje Peter, met hier en daar mooie poëtische zinnen. Zelf zijn wij ook een keer of drie, vier in het Sauerland geweest, maar nog nooit met bedekt sneeuw. Misschien ooit....

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten