De parabel van de autochtone allochtoon

Is het u opgevallen dat de politici, met de verkiezingen voor de deur, vrijwel alleen nog praten over “Jip-en -Janneke- thema’s”? Van die onderwerpen waar iedereen het mee eens is, zodat elke politicus er iets van kan vinden zonder te hoeven vrezen voor het verlies van kiezers?
Neem het bestrijden van hufterigheid in het verkeer. Wie kan daar nou op tegen zijn? Dus die maatregel wordt met veel bombarie aangekondigd. Goed bezig, denkt het volk en ondertussen worden de echte problemen genegeerd.

Wat we in deze tijd ook vaak zien, is dat er ineens wordt gesteld dat er een breed gedeelde ergernis is, die moet worden aangepakt.  Critici krijgen niet te tijd om te kunnen aanvoeren dat die ergernis helemaal niet breed gedeeld wordt en hooguit bestaat bij een piepklein groepje dat  jengelt om aandacht.

Zoals het voorstel van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om de woorden autochtoon en allochtoon af te schaffen, omdat deze woorden stigmatiserend zouden zijn. Was die raad vergeten dat de betreffende woorden in de jaren 1970 juist werden ingevoerd om andere, stigmatiserende woorden niet meer te hoeven gebruiken? Wetenschap dus van lik-mijn-vestje. Moeten wij ons belastinggeld nog wel willen uitgeven aan dit soort geneuzel?
Het politieke doel is er overigens wel mee bereikt:  een storm van reacties die afleidt van de werkelijke problemen in de maatschappij.

Als het aan de WRR ligt, hoeven er geen alternatieven te komen voor de woorden.  En als iemand dan toch een bepaalde typering wil maken, dan stelt men voor om “Inwoners met een Nederlandse Achtergrond” of “Inwoners met een Migratie Achtergrond” te gebruiken. In de praktijk zal dat dan worden “INA en IMA”. Het eerste ezelsbruggetje heb ik al gelezen: de “M” van moslim.
Toch fijn dat de stigmatisering nu van de baan is; goed plan WRR!

Overigens vind ik twee opties wel erg mager om de Nederlandse smeltkroes de definiëren. Daarom heb ik het volgende voorstel.
Verklarende woordenlijst voor de Nederlandse bevolkingssamenstelling
NGN    
In Nederland Geboren Nederlander
NGNN   In Nederland geboren niet NederlanderNNGN   Niet in Nederland  geboren Nederlander, die hier wel woontNGNN   Niet in Nederland geboren niet- Nederlander (buitenlander die in NL woont/verblijft)NGHN   In Nederland geboren half Nederlander (met dubbel paspoort)

NNGHN
Niet in Nederland geboren half Nederlander

EGHN   
In Nederland geboren half Nederlander, die weer exit is
 

Toevoeging voor justitiële of statistische doeleinden: letter “C”
NGCN   In Nederland geboren criminele Nederlander NGCNN In Nederland geboren criminele niet-Nederlander, etc.

Toevoeging voor de IND: letter “T”.
TNNGNN tijdelijke niet in Nederland Geboren niet- Nederlander(doortrekker)

Als vogelaar kan ik het niet helpen dat het woord doortrekker een associatie oproept met de terminologie waarmee vogelaars aanduiden welke verblijfsstatus een bepaalde soort heeft. Verder redenerend, denk ik warempel dat hier de oplossing ligt van het wereldschokkende maatschappelijke probleem waar wij mee geconfronteerd zijn. 

Ornitho-antropologische woordenlijst van de bevolkingssamenstelling

SV   Standvogel: inwoner die het hele jaar in NL verblijft.

JV   Jaarvogel: de soort als groep is het hele jaar in het land, maar niet ieder individu. Die lijken echter zo veel op elkaar dat het onderscheid niet opvalt (roodborst).

WG
  Wintergast: uit een zo koud gebied, dat hij de milde NL winter opzoekt.
ZV   Zomervogel: uit een zo heet gebied, dat hij de gematigde NL zomer opzoekt.

T
    Trekvogel:  uit bijvoorbeeld Calais, die ons land maar even aandoet om aan te sterken om door te vliegen naar zijn eigenlijke reisdoel.


Ex.
  Exoot:  inwoner die hier van nature niet voorkomt, maar die op enig moment is binnengekomen en niet meer is vertrokken (zoals de huiskraai bij Hoek van Holland, die als verstekeling is meegelift met een boot uit India).


Esc
.
Escape: een uit gevangenschap ontsnapte exoot.

Dat had de WRR toch ook kunnen bedenken?

Natuurlijk is er ook een grijs gebied in de vogelarij, want hoe lang is een exoot nog een exoot? Na een aantal generaties is deze zo ingeburgerd dat wij hem gaan beschouwen als behorend bij het interieur, zoals de nijlgans of de Indo. De exoot van weleer kan dus zomaar standvogel worden, zoals het ook de Fazant is vergaan, maar ook het damhert, de snoekbaars, de Surinamer en over niet al te lange tijd de halsbandparkiet, de Turk en de Marokkaan.

Los van dit alles is de vraag wie het beste af is. De autochtoon, of de allochtoon? Wie moet zich gestigmatiseerd voelen en wat maakt dat uit voor je status als inwoner of je positie in de pikorde? Als wij bezien hoe het de autochtonen van Amerika en Australië is vergaan, dan ben je het beste af als allochtoon, want zowel de Native American als de Aboriginal heeft uiteindelijk aan het kortste eind getrokken. Wacht de Nederlandse grote bonte specht eenzelfde lot nu de halsbandparkiet het heeft voorzien op zijn broedholen?

Wat was ook alweer het probleem? Oh nee, er was helemaal geen probleem. 
Dus, politiek: kappen met deze onzin en ga eens aan je echte werk: verbeter de zorg, vergroot het woningaanbod en inderdaad, doe iets aan het integratievraagstuk!

Boomvalk. Is dat nu een allochtoon, of een ZV (zomervogel). Of een NGHNE (In Nederland geboren half-Nederlander die weer exit is) of een INA (Inwoner met Nederlandse Achtegrond) of een IMA (Inwoner met Migratie Achtergrond)? Who cares? Hij is welkom!

Reacties