Code geel

Tegenwoordig moet de mens met codes in primaire kleuren gewaarschuwd worden voor een ontzettend gevaarlijk fenomeen: het weer!
Want kennelijk is men verworden tot een hulpeloos wezen, dat niet in staat is om normale natuurverschijnselen het hoofd te bieden. Daarom had het KNMI voor de najaarsstorm van 20-11-2016 "Code Geel" afgegeven.
Waar is de tijd dat storm een normaal verschijnsel gevonden werd waarvoor niet gewaarschuwd hoefde te worden met welke code dan ook?
Vanzelfsprekend, bij zo’n harde storm moet je goed uit je doppen kijken. En geen domme dingen doen. Dus je kijkt uit voor rondvliegende dakpannen, houdt je stuur met beide handen vast, bent alert op vallende takken en gaat niet in de valbaan van een boom staan. En natuurlijk doe je een stap opzij voor een zwevende paraplu met een gillend omaatje eronder, zodat zij ongehinderd tegen een muur te pletter kan slaan (had ze maar naar het KNMI moeten luisteren).  

Een beetje blij was ik wel met de waarschuwing van het KNMI en het advies om binnen te blijven. Het bezorgde mij de gelegenheid om in alle rust te gaan stormhappen bij Spuimonding-West.
Het was lang geleden dat ik zo’n storm had meegemaakt. Mijn camera stilhouden zat er dan ook niet in. Niet dat er iets te fotograferen viel, want de meeste vogels hadden het gebied verlaten. Ik vroeg me af waar de duizenden steltlopers gebleven waren, de kieviten en goudplevieren, die er al weken pleisterden. De enige bikkels waren spreeuwen, eenden en ganzen.

Stilleven van riet dat in werkelijkheid zwiepte als een dolle
Volgens mij lag het hoogtepunt van de storm rond de klok van twaalf. Op dat moment dacht ik toch even dat ik niet goed snik was: mijn vel werd strak over de jukbeenderen getrokken en mijn capuchon klapperde en ratelde alsof er een vuilniswagen in rondreed. Staan blijven was een hele toer, zodat ik aan de voet van de dijkjes moest blijven om niet plat achterover in de blubber te worden gesmeten. Maar om verder het gebied in te komen, moest ik toch de dijk op en de storm in volle kracht trotseren, waarbij ik bij de hardste vlagen steeds opzij werd gegooid. Van een afstand moet het eruit gezien hebben alsof er een dronkenlap door het terrein zwalkte. Alleen was er niemand om dat te zien.  

Aan het eind van de dijk wachtte de beloning voor mijn hachelijke onderneming: de stalen muur bij het voetveer. Die bood een uurtje relatief comfortabele luwte. Gezeten op mijn opblaaskussentje liet ik links, rechts en boven mij de storm voortrazen. Rietstengels vlogen als witte schichten voorbij.  Als ik nieuwsgierig over mijn schutting speurde om te zien hoe het er achter mijn windscherm aan toe ging, werd mijn gelaat een speldenkussen waar horizontaal afgevuurde regendruppels zich op vastprikten.

Ik verwachtte bij dit onstuimige weer geen roofvogels. Blij verrast werd ik dus door de sperwer die als een hogesnelheidstrein laag over het struweel denderde op zoek naar een argeloze spreeuw.

De sperwer miste en raasde voorbij

 
Eerder op de dag had de slechtvalk wel zijn slag geslagen
Op de terugweg had ik de wind in mijn rug, maar dat maakte de sensatie niet minder; nu was het alsof ik met elke stap werd opgetild en drie stappen verder weer neerkwam. Maar ik wilde helemaal zo hard niet gaan, ik wilde blijven, verder genieten van het natuurgeweld om mij heen.
Schuimkoppen op het Haringvliet en wervelende watervogels

Maar aan elk feest komt een eind. Terwijl ik bij de auto mijn wind- en waterdichte laagjes uitdeed, raasde de adrenaline door mijn lijf.
Al met al voelde ik mij toch een beetje code geel!

Voor een impressie van de storm:bekijk het filmpje

Reacties