Luguber koud

Vannacht was het de koudste novembernacht van de eeuw. Nu is die eeuw nog maar 16 jaren jong, maar toch, het geeft weer te denken: waarom hoor je op dit soort dagen de klimaatcritici niet? 

Ik ben dol op Hollandse winters en dan vooral als ik die kan combineren met een genoeglijk uurtje buitenspelen. Vanmorgen bij het krabben van mijn autoruiten maakte ik daarom al plannen om direct na het werk naar de Bernisse bij Abbenbroek te rijden. Je hebt daar een groot rietveld, waar in de winter soms baardmannen te zien zijn. Maar bovenal: de zon gaat er in spectaculaire schoonheid onder, waarbij de laatste stralen het rietveld in brand lijken te zetten. De ijskoude en heldere avondlucht gaat vervolgens in allerlei tinten roze en blauw over in duisternis, terwijl de laatste vogels er snaterend en kwetterend doorheen vliegen, op zoek naar hun nachtelijke rustplaatsen.




De gaai maakt nog een laatste vlucht
Ook vanavond stond de lucht in vuur en vlam,  maar zo voelde het niet.  Rond de klok van half vijf was het kwik al weer gezakt naar nul en het was niet van plan om daar te stoppen. Ik moest in beweging blijven om geen kou te vatten, want een winterjas en muts bieden geen geweldige bescherming tegen de elementen als de onderlaag bestaat uit een kantoorkloffie.


Vandaag geen baardmannen. Maar wel watersnippen, die het maar niets vonden om te worden gestoord door mijn late bezoek. Zoals gebruikelijk hoorde ik hun snorrende alarmroep eerder dan dat ik de steltlopertjes zelf zag, driftig zwenkend, in ruime boog boven mij, met hun buitenproportionele Pinocchio-snavels.

Watersnip

Het waren deze namiddag sowieso de geluiden die mijn aandacht trokken, zoals het hese geklepper van kramsvogels. In de vorderende schemering waren de kleuren van deze lijsterachtigen al niet meer te onderscheiden.

In silhouet zijn ze ook wel aardig

Het is dat ik beter wist, want anders zou ik tot slot bevend van angst (en kou) op de loop zijn gegaan voor het lugubere ritueel dat zich kennelijk voltrok in het schemerige rietveld: vanuit diverse plekken klonk een indringend geluid dat deed denken aan het kelen van speenvarkens.
Overdag hoor je de kreet van een waterral slechts zelden en dan maar eens in het kwartier en vaak blijft het bij die keer. Maar kennelijk worden de diertjes pas in de avond echt actief, want ze bleven roepen.
Geen foto, want waterrallen geven zich maar zelden bloot (bij deze kou geef ik ze geen ongelijk).

Reacties