OM-OM
Ik hoefde de Tom-Tom helemaal niet aan te zetten, want ik
weet uit mijn hoofd ook wel hoe ik naar Oirschot moet rijden. Behalve dan misschien de laatste kilometers,
om ons naar de beoogde bestemming te
brengen: een nieuw te verkennen natuurgebiedje. Helaas had ik hem meteen
in Spijkenisse al ingeschakeld en terwijl ik met Tino aan het keuvelen was,
volgde ik gedachteloos de instructies van de blikken stem van de aan mijn
voorruit vastgezogen gids. Dat bleek niet slim te zijn, want hij dirigeerde mij
naar de A59 richting Den Bosch. “Kan ook”, dacht ik nog, maar zelf zou ik de
A16 genomen hebben. Het display van mijn navigator vertelde mij echter dat een
“IQ-route” werd gevolgd en wie was ik om zo’n elektronische intellectueel tegen
te spreken?
Maar bij Raamsdonksveer aangekomen vertelde de
wegwijscomputer mij om noordwaarts te gaan, de A27 op richting Hank. Dit is
niet goed, dachten Tino en ik in koor. En inderdaad, het apparaat dwong mij tot
een omweg van zo’n zestig kilometer. De andere kant op stond een file en even
dacht ik dat het ding zo intelligent was om dat door te hebben, maar dat kon
helemaal niet, want hij had geen verbinding met het internet. Kortom, hij zat
er gewoon naast, het kreng!
Daarom stapten wij bijna drie kwartier later dan gepland
bij het natuurgebied uit. Een kostbaar tijdverlies, want hierdoor was het ook
sneller twaalf uur en dat is zo ongeveer het tijdstip dat de meeste
vogelactiviteit over is.
Alle reden dus om boos te zijn en voortaan noem ik mijn navigeerkneus “Om-Om”.
Het natuurgebied maakte alles weer goed en in iets meer dan
een uur waren wij voldaan weer thuis (zonder Om).
De foto’s en de onderschriften vertellen de rest van het
verhaal.
Dit ree (goed kijken, anders zie je hem niet) peerde hem meteen toen hij ons zag. Dat is nog eens wild.
Beter dan die tamme hap in onze stadsparken.
![]() | |||||
De tjiftjaf was in Brabant natuurlijk ook van de partij. Luidruchtig en soms heerlijk dichtbij, zoals hier.
Het mag dan lente zijn, deze eik was nog helemaal kaal.
Hoe fleurig waren dan de bosanemoontjes.
De bolletjes van deze bloempjes zouden zeer giftig zijn.
Goed kijken, want dan zie je een buizerd op zijn nest, dat deels met verse dennentakken is bekleed.
De paardenkastanje ontvouwt zijn bladeren en onthult zijn beginnende bloemkaars.
Een haast erotisch plaatje.
Struinend tot half drie over mooie paden en bijna niemand tegengekomen.
Zelfs in Nederland kan dat.
Voor ons was dit het klapstuk van de dag: een koppel kuifmezen bezig met het verder uithollen van de dode berkenstam om er een nestje in te beginnen. Elke keer vlogen zij aan de rechter kant van de stam naar binnen om er aan de voorkant uit te komen met een bek vol houtmolm. Wij zagen ze al aan het begin van onze tocht en toen wij rond twee uur nog eens passeerden, waren ze nog steeds druk bezig.
Het was een vermoeiende wandeling voor mij, maar de bankjes werkten niet mee. Gelukkig waren er genoeg alternatieven in de vorm van boomstammen.
Brabant Boppe!
Reacties
Een reactie posten