To count one's blessings


Het gaat goed met mijn jeugdvriend. Naar omstandigheden dan, want fit is hij niet: hij zit aan de pillen, kan nooit meer werken, moet inspanning vaak bekopen met een terugslag, kan nooit meer onbevangen zomaar op pad gaan, moet van alles en nog wat incalculeren om niet te stranden.

Hoe anders was dat 40 jaar geleden, toen wij onze buurt onveilig maakten met kattenkwaad, onvermoeibaar, ons van geen gevaar bewust, zorgeloos.

Anders dus. Maar niet slechter. Wij hebben namelijk geleerd om te blijven genieten van de dingen die we nog wel kunnen, niet veeleisend te zijn en het gewone te waarderen. Kilometers lopen of fietsen zit er voor ons niet meer in, zodat we ons vertier dicht bij huis moeten zoeken, in slakkengang, rekening houdend met elkaars beperkingen. 

Vandaar dat wij vanmiddag onderaan een dijk, die de meeste wind en regendruppels tegenhield, waren neergestreken. Een stuk boomschors onder ons gat beschermde tegen optrekkend vocht. Kijkers en camera's paraat, in de hoop om de eerste bruine kiekendieven te zien. Zo zaten wij kneuzen tweeënhalf uur in de natuur, te wachten op wat komen zou. Geduldig, net als vroeger bij het vissen, af en toe een melig woordje wisselend, elkaar enthousiast wijzend op de dingen die voorbij kwamen, zoals een drukke winterkoning met nesteldrang. 

Wij verveelden ons niet, vermaakten ons prima, zagen kiekendieven bij de vleet en kregen een ijsvogel als nagerecht. 

Kortom, wij telden onze zegeningen.


Reacties

  1. Mooi verhaal in al zijn eenvoud. Geluk zit hem in hoe je het bestaan beleefd. Mooie lay-out trouwens van dit blog!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten