Nu al?
Ja, ik kan er ook niets aan doen dat er een visarend over kwam in het kleine uurtje dat Tino mij gisteren op sleeptouw nam. Wij waren tactisch gaan zitten op de plek waar wij eerder boomvalken hadden zien jagen. De boomvalken deden echter precies wat zij altijd doen: er niet zijn.
Wij maakten het ons gemakkelijk en observeerden wulpen, witte kwikstaarten en een tapuit; gewone soorten, maar zoals jullie weten bestaan ‘gewone’ soorten niet. Net als gewone mensen.
Opeens riep Tino: ‘Is dat geen visarend?’
Ik dacht nog even dat het een jonge meeuw was, maar een blik
door mijn verrekijker bewees mijn ongelijk: ‘Ja, het is een visarend!’
Later zei ik tegen Tino hoe bijzonder het was dat hij precies over onze hoofden vloog. Voor hetzelfde geld was hij een kilometer meer naar links of recht gepasseerd en zouden we hem hebben gemist.
‘Tsja,’ zei hij, of iets van die strekking, ‘een typisch staaltje van de voorzienigheid.’
Typische uitlating van de ene 'atheïst' tegen de andere, maar op dat moment geloofden wij erin.
Visarend |
Hij vloog zich bijna kapot tegen een windmolen, maar de voorzienigheid voorkwam dat |
Reacties
Een reactie posten