Zuur einde

‘Zo, die heeft iets te pakken!’

Ik richt mijn blik parallel aan die van Tino en zie wat hij bedoelt: er staat een reiger naast ons met een wollig prooitje in zijn snavel.

‘Hij beweegt nog,’ merk ik droogjes op, terwijl ik mijn camera uit mijn fietstas pak om het tafereel vast te leggen. 

Ik sta niet eens stil bij de tragedie die zich voor onze neuzen voltrekt, van een woelmuis wiens laatste uur 59 minuten geleden sloeg. Veel mijmertijd krijg ik niet, want het is hap-slik-weg.

‘Zou hij daar nou pijnlijk en langzaam afpeigeren in het maagzuur?’

Tino denkt van niet: die dieren hebben volgens hem geen zelfbewustzijn.

‘Dat weet je niet,’ zeg ik, waarna er een korte discussie op gang komt,  terwijl ik het wel hoop voor al die prooidieren, want opgegeten worden is al erg genoeg. Is het dan te veel gevraagd om het op zijn minst niet door te hoeven hebben?





 

Reacties