Jack's Rippies

Toen ik op 19 februari de verjaardag van mijn vader herdacht, wist ik natuurlijk dat Jitze de dag erna jarig zou zijn. Maar stom genoeg besefte ik niet dat dat “morgen” al zou zijn. Ik had dus niets georganiseerd. Eerder hadden wij gelukkig wel een kaartje gekocht, maar wat te doen op de dag zelf? 
’s Avonds stuurde ik hem een whatsapp: “heb jij nog plannen voor morgen?” Het zou namelijk zomaar kunnen dat hij iets met vrienden ging doen. Maar hij antwoordde dat hij misschien even langs zou kunnen komen.
Handig hoor, dat whatsappen, maar voor echte afspraken pak ik liever de telefoon. Gelukkig nam hij op, want dan is niet zo vanzelfsprekend met die jonge gasten. Ze whatsappen je in een paar seconden terug, maar de telefoon opnemen is vaak net te veel gevraagd. Ik vroeg hem of hij uit eten wilde en zo ja, waar. 
Spare-ribs, die had hij al lang niet gehad, dus die wilde hij graag eten. Prompt gilde iemand op de achtergrond “je moet naar Jack’s Rippies gaan, die zijn heerlijk!” 
Jack's Rippies? Ik had wel gehoord van Jack the Ripper (die sneed mensen tot spare-ribs), maar Jack’s Rippies zei mij niets. Maar ik zou wel even bellen. Twee minuten later had ik JItze al weer aan de lijn: het restaurant bestond uit drie tafeltjes, ze hadden geen toilet, schonken geen alcohol, hadden eigenlijk liever geen eters, maar gaven de voorkeur aan afhalen of bezorgen. Geen probleem. Wij zouden laten bezorgen en het lekker thuis opeten.

Jack's rippies waren heerlijk. Net als de salade, de gepofte aardappels, de Belgische frieten en de sauzen. Zo heerlijk zelfs, dat wij er natuurlijk veel te veel van aten. 's Avonds in bed voelden Sandra en ik ons als stevig gevulde kalkoenen. Wij namen ons voor om vandaag flink wat lichaamsbeweging te pakken, Sandra in de sportschool en ik op de fiets.

Het zal niemand zijn ontgaan dat er vandaag een heuse februaristorm stond. Trotseren was op sommige momenten niet te doen, zelfs niet met de hulpmotor van mijn fiets op maximaal vermogen. Op het fietspad naar Biert waren de stormvlagen zo hard dat ik zelfs achteruit geblazen werd. Lichaamsbeweging in het kwadraat, waardoor de vleesberg in mijn maag zeker verbrand is. 

Volgende week is Lucas jarig. "Gelukkig" woont hij in Hongarije en verwacht ik hem pas in maart terug. Ik heb dus nog even uitstel tot het volgend feestmaal en hoop stilletjes dat hij een vegetarische variant voorstelt, want ik kan geen “rippie” meer zien. Maar ik vrees dat die hoop ijdel zal zijn. 

Staartmezen zijn heel beweeglijk. Ook zij verbranden veel energie. Reden waarom ze voortdurend op voedseljacht moeten zijn.

Idem sijsjes, die honderden zaadjes uit de elzenproppen peuteren.


Reacties

  1. Leuk stukje, en natuurlijk heel erg fijn dat het had gesmaakt. Groetjes Team Jack's Rippies

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten