Kleine toppers en grote toppers

Op een plas bij Simonshaven dreven wel honderd kuifeenden. Omdat er soms iets anders tussen zit, speurde ik de hele troep af. Een saai werkje, waar ik altijd gauw op uitgekeken ben. Het is niet dat ik ongeduldig ben, integendeel, ik kan uren naar boomvalken kijken, die ook wel eens langdurig niets doen en bij de kassa sta ik nooit te balen als het niet opschiet. Nee, ik vind eenden gewoon saai. Net als ganzen. En dat voor iemand die Ganzeboom heet!

Opeens viel mijn oog op een afwijkende eend. Hé, dat is een ‘topper’ vrouwtje, dacht ik meteen. Die zitten hier niet vaak in de buurt. Ik meldde hem op Whatsapp, omdat ik dacht dat anderen hem misschien ook zouden willen bekijken. 

Twee uur later explodeerde de nieuwsgroep: een vogelaar die op mijn melding was afgegaan, had een ‘kleine topper’ man gevonden. Ik moest het dier zelf opzoeken op internet, want ik had eerlijk gezegd nog nooit van een kleine topper gehoord. Ik kwam er al gauw achter dat het een heel zeldzame dwaalgast is. De volgende dag was het een drukte van belang met soortenjagers en andere vogelaars. Na flink zoeken konden velen het eendje op hun jaar- en levenslijst bijschrijven.

Hartstikke leuk, maar hoe zat het met mijn toppervrouw? Hadden ze die ook gevonden? Maar niemand leek nog om een gewone topper te malen, nu er ook een kleine zat. Bovendien, zo werd er geopperd, zou het heel goed een kuifeend geweest kunnen zijn; iemand als ik, die toch zo weinig van eenden weet, zal zich immers heel goed vergist kunnen hebben. Dat zou inderdaad kunnen, dacht ik, maar het zou ook níet kunnen. Voordat je daar als rechtgeaard vogelaar een oordeel over velt, zou je toch eerst zelf de eend moeten zien?

Een ander had het over schaamsoorten (dat zijn vogels, die iedereen gewoon wel eens gezien ‘moet’ hebben, zoals een topper, en zo niet, dan moet je je schamen). Ik schrok ervan, en ineens wist ik weer waarom ik lang geleden met deze manier van vogelen gestopt was. Het is een liefhebberij, geen wedstrijd! Het gaat om de beleving en ieder doet dat op zijn of haar manier. Sommigen vinden het prima om een paar soorten nooit te zullen zien, hoeven niet alles te weten, willen niet wedijveren om de meeste of de bijzonderste en putten ook nog vreugde uit het gewone.

Of ik zelf de kleine topper nog gezien heb?
Nee, te veel mensen en te veel wind. Misschien later in de week nog eens.
Gelukkig is het dier veel gefotografeerd. Ik weet nu hoe het eruit ziet. Het is een slank, klein eendje, zwart met lichtgrijs.
Persoonlijk vind ik een wintertaling veel mooier. Dat is dan wel geen ‘bijzondere’ soort, maar in schoonheid beslist een topper!


Wintertalingen. Toppers bij uitstek.



Reacties

  1. Applaus voor de wintertaling en alle ander eigensoortig leven !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Applaus voor de wintertaling en alle ander eigensoortig leven !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten