De oude man en het kind
Onderuitgezakt zit ik op een bankje in het park.
Ik geniet van de prettige warmte van de voorjaarszon, terwijl uit het verse bladerdak een vogelconcert klinkt.
Ik geniet van de prettige warmte van de voorjaarszon, terwijl uit het verse bladerdak een vogelconcert klinkt.
Twee mannen naderen. Zij
slenteren meer dan dat zij wandelen. De oudste van de twee is slecht ter been
en leunt op een rollator. De ander ziet er fitter uit met het sportieve blauwe T-shirt. Loerend vanonder zijn eveneens blauwe petje wijst de slanke man
naar iets wat in een braamstruik scharrelt. Kennelijk heeft hij de zwartkop
gezien, die al een tijdje met schelle uithalen het muziekstuk domineert.
Als de mannen bij mijn bankje zijn aangekomen en wij elkaar groeten, spreekt de
fitte mij aan. De andere kijkt wat afwezig voor zich uit en
zwijgt. Onzeker sturend rijdt hij zijn rollator tegen de berm en gaat moeizaam
zitten. Nog steeds zegt hij niets. Iets in hem doet mij denken aan mijn vader,
in zijn demente jaren. De lege blik, waaruit verwarring spreekt over tijd en plaats. Lichamelijk is de oude
man hier in het park, met de geluiden, de geuren en de kleuren, maar in zijn hoofd lijkt hij afwezig. Dan
vraagt hij opeens of ik al vogels heb gezien en ik geef antwoord.
De jongere man en ik raken aan de praat. Eerst over vogels, maar dan vertelt hij dat zijn vader onlangs 85 geworden is. Om dit
te vieren waren zij uit eten gegaan, maar de bediening viel tegen. Als mijn
gesprekspartner zijn vader op een koolmees wijst, die vlak boven de man zijn hoofd
over een tak rondscharrelt, ziet hij hem niet. Daarna vraagt de oude man nog eens
aan mij of ik al vogels heb gezien, waarmee hij mijn eerdere gedachte
bevestigt.
Terugdenkend aan dit tafereel, zie ik de overeenkomsten tussen de jongere man en mij. Het is niet gemakkelijk om steun en toeverlaat voor je vader
te worden, terwijl je nooit je eigen kind-zijn hebt afgelegd. De tijd doet zijn
werk. Vaders sterven, kinderen worden vader en dan oude mannen. Wie geluk
heeft, zal ooit door zijn kinderen uit wandelen genomen worden naar een plaats
waarvan zij weten dat je daar je hart ophaalde. Verder heb je het te nemen,
zoals het komt.
Spijkenisse, 5 april 2014
Een heel mooi verhaal, zonder opsmuk en waar. Bedankt daarvoor!!!
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig stukje Peter, erg mooi
BeantwoordenVerwijderen