The way of the fly



Over vriendschap en de zin van het leven

Met opgerolde broek en blote voeten staan wij in het kniediepe water van de Oude Maas. Het is een zwoele avond. Het lauwwarme water deint zachtjes als een vloeibare spiegel op en neer: een vloeiend rekken en strekken van de waterlijn. Omzichtig zetten wij reigerstapjes om niet te veel zand met onze tenen op te woelen. Onderwijl lezen wij geconcentreerd iedere welving van het water.  Hengel, lijn en vlieg ontspannen  in de hand, klaar om in actie te komen.  Dan, met sierlijke, maar efficiĆ«nte bewegingen, brengt mijn vriend zijn lijn op lengte. Met delicate precisie landt zijn kunstvlieg vijftien meter verderop. Het pluisje veroorzaakt niet meer dan een minimale rimpeling op het spiegelgladde wateroppervlak; alsof een echt insect zich erop laat vallen. Een tel later kromt zijn hengel zich onder het bonkende  gewicht van een reusachtige winde.  



Een korte maar hevige strijd volgt, waarna de moegestreden vis voorzichtig in het water van het haakje wordt verlost.

Als om zijn ongenoegen te uiten,  slaat de vis krachtig met de staart. Een plens zanderig water spettert tegen mijn vismaat, die dit vergevingsgezind ondergaat. Dan is de vis weer weg, de vrijheid tegemoet.

Op de achtergrond kleurt de ondergaande zon de lucht. Mijn voldaan grijnzende vismaat, zijn roze pet en de adrenalineblos op zijn gezicht, vloeien er bijna mee samen.



Wij vissen al jaren niet meer samen. Maar nog altijd, op veel van de plaatsen waar ik nu vogels kijk,  heb ik herinneringen aan de tijd dat hij en ik de polders doorkruisten. Mooie vangsten staan in detail in mijn geheugen gegrift, maar vooral denk ik met warmte terug aan onze diepe kameraadschap; het elkaar gunnen van de vangst, het samen blij zijn, als een van de twee een mooie vis op de kant bracht.



Nu, jaren later, maar nog zo jong, is hij ernstig ziek. Levensvragen zullen zich aan hem opdringen. Wat is de zin geweest van al dit vissen? Is dat het, waar het allemaal om ging, het zal toch niet? Maar wat dan wel?



Ooit heb ik hem het vliegvissen geleerd. Maar al snel zag ik met trots dat hij beter werd dan ik. In ken geen visser met een mooiere werptechniek en een betere kijk op de combinatie van weer, watertype en de te kiezen kunstvlieg.

Zijn alerte en scherpe blik ontgaat niets. Gelukkig maar, want toen hij, achttien jaar geleden,  vanuit zijn ooghoek een verdachte rimpeling opmerkte in het met bladeren bedekte oppervlak van een bosven, reageerde hij onmiddellijk. Zo kwam het dat zijn diep onder water gestoken hand nog net de kraag van mijn zoontje te pakken kreeg, die in een onbewaakt moment zijn evenwicht had verloren en onder water was verdwenen. 



Als hiermee de zin van zijn leven nog niet gegeven is, dan is het wel omdat hij boven alles liefhebbend vader is van een mooie dochter,  en liefhebbend echtgenoot van een prachtige vrouw.  

Alle mensen die hem kennen, weten het. Hij is een waardevol mens.  Ik hoop dat hij dat nog vele jaren voor al die mensen mag zijn. Maar, als hem die tijd niet gegund wordt, dan mag hij zich troosten met de gedachte dat zijn leven wat mij betreft zinvol was. Dat ik vereerd ben dat ik al die jaren naast zijn zijde heb mogen vissen en bovenal, dat dankzij hem mijn zoon nog een heel leven voor zich heeft.

 Spijkenisse, 11-12-2012

Reacties